• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • bezwaar U wobt dus extremist

    Amsterdam, 9 augustus 2011

    Aan Dhr. J. A. van den Berg

    regio 12 Kennemerland

    Postbus 57

    2000 AB Haarlem

    Onderwerp: bezwaar Wobverzoek

    Kenmerk: wobverzoek oktober 20112370

    Uw Kenmerk: 11.03199

    Afzender:

    Postbus 10591

    1001 EN Amsterdam

    Geachte Dhr. J. A. van den Berg,

    Met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur richtte ik mij tot u met een verzoek om informatie over passages uit het jaarverslag van de Dienst Bestuurlijke Aangelegenheden van de Politie Kennemerland.

    Na de ontdekking dat een van de politiekorpsen in Nederland mensen die om openbaarheid van stukken vragen indeelt in twee groepen, extremisten en verkeersovertreders, hebben wij deze brief/dit verzoek aan de korpsen en verantwoordelijke ministeries gestuurd.

    Buro Jansen & Janssen bestaat al ruim 25 jaar. Wij schamen ons niet voor die geschiedenis en ook niet voor onze achtergrond, de autonome kraakbeweging uit de jaren tachtig. Nog steeds zijn wij begaan met het buitenparlementair verzet in Nederland en zetten ons in voor mensen die in de verdrukking komen door overheidsinstanties. Die groep is de laatste jaren gegroeid van vluchtelingen en niet legale migranten, krakers, activisten, dak- en thuislozen en drugsgebruikers tot mensen die naar dansfeesten gaan en de gewone burger aan de wandel, op de fiets of in de auto. Wij zetten ons belangeloos in en het uitgangspunt is dat wij deze burgers proberen te laten vechten op gelijke voet met de overheid. Hiervoor is informatie een eerste vereiste.

    Wij doen daarom veel verzoeken tot openbaarmaking en staan altijd open voor communicatie met de betreffende bestuursorganen. We zijn zelfs een keer uitgenodigd om een presentatie te geven over cameratoezicht voor de verzamelde juristen van de Nederlandse politie. We dachten al even dat wij salonfähig waren geworden, maar gelukkig, dat blijkt niet zo te zijn. In het jaarverslag van de Dienst Bestuurlijke Aangelegenheden van de Politie Kennemerland worden wij ingedeeld bij “de eerste groep burgers waarbij het gaat om voornamelijk een handvol mensen met een extremistische achtergrond, in rechte vertegenwoordigd door grote adviesbureaus.” Er zijn maar twee groepen burgers. De andere groep bestaat uit burgers die informatie over hun bekeuring opvragen. Onze verzoeken behoren daar niet toe. Wij gaan er dus vanuit dat wij bij de eerste groep burgers zijn ingedeeld en niet bij de tweede. Dit betekent dat ons een extremistische achtergrond wordt aangemeten. Daarvoor dank.

    Op 4 juli 2011 stuurt u mij een beschikking. Ik teken bezwaar aan tegen deze beschikking.

    Uw schrijft in uw beschikking dat u niet over documenten beschikt over de passage uit het jaarverslag waar ik aan refereer. Daarnaast gebruikt u zowel een taalkundige als een semantische argument om uw beschikking te ondersteunen. Ik wil u wijzen op het feit dat ik in de Wet Openbaarheid van Bestuur uw taalkundige en semantische argumenten niet vertaald zie in weigeringsgronden. Ik moet dus vaststellen dat het u niet gaat om weigeringsgronden volgens de wet, maar om een verduidelijking van het jaarverslag.

    Mijn gronden van bezwaar:

    1. Als er geen documenten zijn moet ik vaststellen dat er geen wobverzoeken of bezaarschriften bij het korps zijn binnengekomen. Ik ga er namelijk vanuit dat de argumentatie in het jaarverslag gebaseerd is op dat en niet de dikke duim van de voorzitter, korpschef, korpsbeheerder, secretaresse of iemand anders die is gevraagd is om deze passage in het jaarverslag toe te voegen. Ik zou dus kunnen zeggen dat alle wobverzoeken en het label dat u in dat jaar op die wobverzoeken heeft geplakt onderdeel is van dit verzoek.

    2. Los van het feit of er twee groepen zouden bestaan, daarover later meer, is er blijkbaar gekeken naar de wobverzoeken met een bepaalde bril. Hiervoor is waarschijnlijk een handleiding, aanwijzing, beschrijving gebruikt anders was het niet zo dat de verzoeken op twee stapels terecht zijn gekomen. Gezien de bureaucratie van de Nederlandse politie kan ik me niet voorstellen dat daar niets over is opgeschreven. Iemand moet de verdeling hebben gemaakt en met een bepaalde bril de verzoeken hebben ingedeeld. Daar zijn stukken, concepten en andere zaken over voor handen.

    3. Jaarverslagen worden niet in een keer opgesteld. Ik veronderstel dat er allerlei concepten, ideeën, notulen van vergaderingen en andere stukken ter begeleiding van het jaarverslag zijn opgesteld. Deze stukken maken deel uit van het maakproces van het jaarverslag en dus ook van de passage waarop mijn verzoek betrekking heeft. Wederom kan ik niet mij niet voorstellen dat in het bureaucratische apparaat er geen stukken zijn die het maakproces van het jaarverslag hebben begeleid. Ik ga er dus vanuit dat er verschillende concepten van het jaarverslag de revue zijn gepasseerd. Deze maken natuurlijk ook deel uit van mijn verzoek. Hoe is het in eerdere versies van het verslag beschreven.

    4. Daarnaast is het verslag verspreid onder allerlei mensen en instanties. Mijn verzoek ziet hier ook op aangezien u met anderen heeft gedeeld dat het bureau of ik een extremistische achtergrond zou hebben. Hier heeft u natuurlijk een bedoeling mee gehad. Eigenlijk wil ik maar zeggen dat u niet voor niets de passage heeft opgenomen. U wilt hier iets mee zeggen. Ook dat is natuurlijk deel van mijn verzoek.

    5. Over de definitie van een verkeersovertreder hoeven we niet lang te discussiëren. Het lijkt me duidelijk dat iemand die het proces verbaal opvraagt van een snelheidsboete een verkeersovertreder is. Maar een extremistische achtergrond ligt minder voor de hand. Is dat dhr. Wilders, of dhr. Dibi uit de Tweede Kamer. Is dat Buro Jansen & Janssen of de voormalig werkgever van de minister van Buitenlandse Zaken het COT. Extremisme is een woord dat vanuit verschillend perspectief verschillend betekenissen heeft. Voor sommige Nederlanders is een vrome moslim die vijf keer per dag bidt, vrouwen geen hand geeft en volgens de letter van de Koran leeft een extremist, voor anderen is hij een vroom moslim die navolging verdiend. Hetzelfde geldt voor de vrome jood die volgens de Talmud leeft, of de SGPer die geen vrouwen in zijn partij toelaat. Extremisme is dus niet een woord dat lichtzinnig door mensen gebruikt wordt. U heeft blijkbaar een bepaalde definitie gehanteerd. Ik kan mij niet voorstellen dat daar geen stukken van zijn. Wat is extremisme, wat wordt daar onder verstaan en passen de wobverzoekers binnen dat plaatje.

    6. U formuleert in uw brief nogmaals de passage en geeft het woord kunnen schuin gedrukt weer. “De Wob-verzoeken kunnen worden opgesplitst in twee groepen.” Door het woord kunnen schuin gedrukt weer te geven wilt u suggereren dat ik de tekst niet goed heb gelezen. Nu zal ik daar niet op ingaan, maar wel op de taalkundige implicaties. Als u had geschreven dat de verzoeken kunnen worden opgesplitst in drie groepen te weten “normale mensen”, “extremisten” en “verkeersovertreders” dan had ik nog kunnen denken dat ik misschien tot de eerste groep behoorde, maar er zijn mijn twee groepen. Het zou trouwens ook niet echt rechtstatelijk en fatsoenlijk zijn mensen in drie groepen in te delen. De Wob ziet toe op informatie verschaffing niet in strafrechtelijk onderzoek, maar dat terzijde. Het woord kunnen impliceert volgens u dat er meerdere groepen mogelijk zijn, maar dat is niet wat in het jaarverslag staat.

    Taalkundig is de passage alleen maar uit te leggen als dat er twee groepen zijn. De jongens kunnen worden ingedeeld in homo’s en hetero’s om een voorbeeld te geven. Natuurlijk kunnen er onzijdige jongens zijn, travestieten, shemales en andere jongens, maar daar ziet het woord kunnen niet op. Er staat letterlijk dat de jongens ingedeeld kunnen worden in twee groepen, niet in drie, want er staat twee. Het woord kunnen geeft de mogelijkheid aan om in twee groepen te delen. De leerkracht had ook kunnen schrijven de jongens kunnen in drie groepen worden ingedeeld, maar dat staat er niet. Het woord kunnen uit uw passage moet dus niet worden opgevat als een van de mogelijkheden, maar een definitieve indeling. De indeling in twee groepen heeft plaats gevonden op basis van een inventarisatie. Daaruit zijn twee groepen voortgekomen. Die inventarisatie heeft plaatsgevonden op basis van een beschrijving. Misschien wel een beschrijving van alle wob verzoeken met betrekking tot bekeuringen en de rest. Maar dan nog steeds is de rest niet ingedeeld in verschillende groepen, maar in een groep extremisten, of zoals bij de leerkracht homo’s. Aan die inventarisatie is een opdracht vooraf gegaan, zoiets als kijk een wie er verzoeken indienen. Ook die vraag is trouwens de overheid onwaardig en niet fatsoenlijk, maar dat terzijde. Die opdracht staat ook op papier.

    Nog even de van Dale op kunnen nageslagen. De betekenis bevestigt mijn vermoeden. Het gaat feitelijk om de “de kracht of de macht bezitten iets te doen”. Oftewel u bezit de macht of de mogelijkheid de verzoeken in twee groepen in te delen. U heeft niet de macht of de kracht om de verzoeken in drie groepen in te delen, anders had u dat geschreven. U heeft bewust twee groepen gekozen.

    7. Bij de tweede passage die u in uw brief aanhaalt heeft u de woorden voornamelijk en handvol schuin gedrukt. Het woord voornamelijk zou Jan Kuitenbrouwer tot vaagtaal bestempelen. Typisch iets voor een bestuursorgaan als de politie om haar sporen te wissen. Voornamelijk betekent volgens van Dale vooral hoofdzakelijk. Ik snap wel dat voornamelijk is gebruikt dit zou nog de opening in kunnen houden dat ik of het bureau waar ik voor werk er niet toe behoort. Want voornamelijk is niet uitsluitend. Toch betekent het woord voornamelijk in de gebruikte context uitsluitend dat wordt duidelijk als het wordt vervangen door hoofdzakelijk. De eerste groep zijn hoofdzakelijk extremisten die worden bijgestaan door grote adviesbureaus. Het woord hoofdzakelijk maakt duidelijk dat er niemand overblijft, ja misschien de adviesbureaus, maar hoofdzakelijk zijn het extremisten. Er is ook geen andere groep dus de eerste groep bestaat niet uit twee subgroepen hooguit uit de extremisten en de adviesbureaus. Het woord voornamelijk probeert dus iets te verbergen, namelijk dat u gewoon een profiel heeft gemaakt. Het profiel van de extremist met zijn advies bureau en de ander die een verkeersovertreder is. Het woord voornamelijk maakt duidelijk dat er niet drie groepen zijn maar slechts twee, de extremisten en de verkeersovertreders. Deze conclusie wordt onderstreept door het woord handvol dat u ook schuin gedrukt weergeeft. De eerste groep is voornamelijk een handvol extremisten, de tweede groep voornamelijk een massa verkeersovertreders. Het woord handvol geeft aan dat het onderscheid tussen de twee groepen niet alleen kwalitatief is, maar ook kwantitatief. Handvol en een massa.

    Ik kan dus alleen maar concluderen dat u mij indeelt bij het handvol extremisten. Daar heeft u reden voor, dus ik vraag mij af wat daarvan de achtergrond is. Zijn er verzoeken ingediend bij de RID, AIVD of andere diensten om het stempel extremist te plakken op mijn persoon of het bureau waar ik voor werk.

    8. Vaagtaal of eigenlijk achterbaksheid van de overheid komen ik dagelijks tegen. Eerlijkheid is zeker geen eigenschap van de overheid en zeker niet van het opsporings en inlichtingenapparaat. Prima, maar ik denk dan sta uw mannetje als u zo’n indeling maakt. U verdeelt de wobbers in twee groepen, loopt daar dan niet voor weg en geef aan op basis waarvan. Dat zou pas fatsoenlijk zijn en tevens waardig volgens de Wob. De Wob ziet toe op een transparante democratische besluitvorming. Nu is het daar erg triest mee gesteld in Nederland, maar als dan iemand u aanspreekt wees dan zo rechtstatelijk om aan te geven waar de indeling vandaan komt.

    9. Tot slot gaat het mij niet om wat u leest in het jaarverslag, maar hoe het verslag tot stand is gekomen. Welke informatie is er gebruikt voor de verwerking van het verslag en het opnemen van de passage, waarin ik mij aangesproken voel. Daar ziet mijn verzoek op en ik verwacht dat u de stukken produceert die een weerslag geven van het tot stand komen van het verslag en de passage.

    Gaarne ontvang ik een bewijs van ontvangst.

    Een vriendelijke groet

    Postbus 10591

    1001 EN Amsterdam

    www.burojansen.nl

    e-mail info@burojansen.nl

    tel 0206123202

    mob 0634339533

    www.identificatieplicht.nl

    www.preventieffouilleren.nl

    www.openheid.nl

    www.openbaarheid.nl

    www.justitievrijheidenveiligheid.nl