Openbaarheid wordt aangepast. Op alfabetische volgorde worden de onderwerpen waar Buro Jansen & Janssen in de afgelopen jaren openbaarheidsverzoeken over heeft gedaan op deze site neergezet. Sommige verzoeken zijn ook door anderen gedaan, daarvoor dank. Er wordt geprobeerd zo compleet mogelijk te zijn. Idee is de onderliggende documenten ook te verzamelen en open onze servers te zetten.
Mocht u willen bijdragen, laat het weten.
Ook de teksten worden aangepast aangezien de overheid de Wob heeft vervangen door de Woo, al makt dat voor de praktijk niet veel uit.
De oude introductietekst.
Dit is een initiatief van Buro Jansen & Janssen. U kunt ons werk steunen via eewn bijdrage aan het schrijven van informatieverzoeken en deze met anderen delen of via een financiële bijdrage op NL56 INGB 0000 6039 04
ten name van Stichting Res Publica, Amsterdam. Alvast bedankt.
Er zijn al verschillende websites over de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob), maar die zijn vooral gericht op journalisten en professionals. Buro Jansen & Janssen maakt een laagdrempelige website door verschillende van haar eigen Wob-procedures op internet te zetten. Bezoekers kunnen aan de website een bijdrage leveren door zelf stukken van andere onderwerpen toe te voegen.
Openbaarheid, klinkt als een logisch iets. Voor een goede controle op de democratische besluitvorming is openbaarheid van essentieel belang. Zonder die openbaarheid is controle ondenkbaar. Natuurlijk zijn er het parlement, de provinciale staten, de gemeenteraden, diverse overheidsorganen en andere instellingen die een controlerende taak hebben. Maar op het terrein van het veiligheidsbeleid is die controle in veel gevallen ver te zoeken.
Eigenlijk is dat vreemd, omdat juist op het gebied van het veiligheidsbeleid burgers en mensenrechten gevaar lopen. Oplettende parlementariërs, gemeenteraadsleden en medewerkers van diverse instanties zijn dan noodzakelijk om het beleid en de uitvoering op haar misstappen te controleren en te corrigeren. Dat dit weinig gebeurt, is verontrustend. Het adagium lijkt: meer maatregelen, meer bevoegdheden en minder controle.
Inmiddels zijn de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEOS) en het Project Gerede Twijfel in het leven geroepen. Deze instanties onderzoeken strafzaken op gerechtelijke dwalingen en behandelen zeer specifieke zaken, vaak met betrekking tot moord en doodslag. Ook is er de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) die de politie onderzoekt met het oog op de verbetering van de kwaliteit. Zo heeft de IOOV onderzoek gedaan naar de Informatiegestuurde Politie en de kwaliteit van het politie onderwijs. Ten aanzien van het gevangeniswezen en de controle op de omstandigheden in de politiecellen bestaan er commissies.
Uitbesteding
Hoe zit het echter met de uitvoering van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht, preventief fouilleren, klachtenprocedures bij de politie, de behandeling van voetbalsupporters, drugsgebruikers, vluchtelingen die uitgezet worden en ga zo maar door? Dit soort onderzoeken worden door de overheid uitbesteed aan particuliere onderzoeksbureaus die onder de vleugels van het ministerie van Justitie, het ministerie van Binnenlandse Zaken of het College van Burgemeester en Wethouders van een gemeente onderzoek doen.
Vaak zijn die rapporten van bedrijven positief over het optreden van de overheid. Het Crisis Onderzoeks Team (COT), tegenwoordig Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement genoemd, onderzoekt bijvoorbeeld preventief fouilleren in Amsterdam en wat blijkt… elk jaar zijn zij lovend over het optreden van de politie.
Er is natuurlijk ook de gemeentelijke ombudsman en de nationaal ombudsman. Hun openbare rapporten hebben een controlerende werking, maar beide ombudsmannen doen alleen onderzoek als een burger een zaak aan hem voorlegt, of als er veel geklaagd wordt over een bepaald overheidsorgaan. Meestal wordt er door hen een advies gegeven over de individuele klager en in uitzonderlijke gevallen wordt het gehele beleid tegen het licht gehouden.
Kritische beschouwing van wet en regelgeving, maar ook van beleid en uitvoering moeten van de media en de wetenschap komen. Binnen het medialandschap is er de laatste jaren steeds minder ruimte voor langdurig en diepgravend onderzoek. Ditzelfde geldt ook voor de wetenschap die afhankelijk is van opdrachtgevers, soms opnieuw Ministeries of Colleges van B & W.
Zelf aan de slag
Veiligheidsbeleid raakt ons allemaal, alleen is de belangrijkste vraag of de getroffen maatregelen werken en wat de bijverschijnselen van die maatregelen zijn; welke burgerrechten worden geschonden en waar kan ik als burger verhaal halen? Klagen kan, maar de ervaring leert dat klachten bij politie en justitie een gemiddelde looptijd hebben van twee jaar. Daarnaast worden deze klachten niet veralgemeniseerd en zou het gaan om incidenten.
De burger staat echter niet geheel machteloos tegen de oprukkende overheid. Hij of zij kan ook actief de overheid bevragen om achtergronden, feiten en gegevens die van belang zijn voor het beoordelen van situaties binnen het veiligheidsbeleid.
Hoe pakt bijvoorbeeld een bepaalde wet uit in de praktijk? De overheid vindt het niet noodzakelijk om wetten grondig te evalueren, zie het voorbeeld van de Wet op de Uitgebreide Identificatieplicht. Buro Jansen & Janssen wilde die uitvoerig onderzoeken en heeft daarvoor gebruik gemaakt van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). Die wet biedt iedere burger de mogelijkheid stukken bij de overheid op te vragen. De wet is te omschrijven als openbaar, tenzij. De praktijk leert echter dat het meestal andersom is. Het begint al met de constatering dat veel stukken niet in databanken van de overheid op het internet te vinden zijn. De burger moet daarom eerst ontdekken welke stukken er zijn en vervolgens pogen deze te verkrijgen.
Van de Wob wordt vaak gebruikt gemaakt door journalisten. Zij klagen geregeld over de lange termijnen en de termijn overschrijdingen. Het is een feit dat mocht je gebruik willen maken van een Wob-procedure, geduld een eerste vereiste is. Er is echter nog iets anders bij de Wob dat veel verontrustender is. Volgens Tof Thissen, fractievoorzitter van GroenLinks in de Senaat, hebben we een geweldig systeem met de Wob. “Met de Wet openbaarheid van bestuur kun je heel veel documenten boven tafel krijgen. Daarvoor hoef je niet in te breken. Wij krijgen als Eerste Kamer nu ook veel antwoorden over de Nederlandse steun aan de inval in Irak. Het duurt soms lang, maar het lukt wel”, aldus Thissen.
Het ‘inbreken’ van Thissen heeft betrekking op de inbraak bij het ministerie van Economische Zaken in de jaren ’80, waarbij voormalig parlementslid Duyvendak betrokken was. Volgens Thissen duurt een Wob-verzoek lang, maar dan krijg je ook wel wat. Bij een Wob-verzoek in het kader van de ontruiming van een actiekamp in de Schinveldse bossen ging een eerste verzoek naar de regiopolitie Limburg Zuid op 19 september 2007 de deur uit. Na een klacht, dreigen met het indienen van een bezwaarschrift, iets dat lijkt op het dreigen met een klapperpistooltje, kwamen de stukken op 17 november 2008 binnen.
Je krijgt dan wel wat. Dat is waar. Een stapel papier bestaande uit eindeloze lijsten bijstandsaanvragen (een standaard formulier), inzetroosters en andere bureaucratische stukken. De interessante, inhoudelijke stukken werden geweigerd. Niet omdat er opsporingsbelang in het geding zou zijn, maar omdat het zou gaan om persoonlijke beleidsopvattingen. Persoonlijke beleidsopvattingen bij de ontruiming van een bos?
Die boom moet om
Veel mensen leggen dan het bijltje er bij neer. Wij niet. Die boom moet om, denken we dan in de symbolische betekenis van het woord. Antwoorden komen binnen bij Buro Jansen & Janssen, soms na diverse klachtbrieven en interventies van de Nationale Ombudsman. Bij de Koninklijke Landelijke Politie Dienst (KLPD) werd in de zomer van 2008 een tweetal Wob-verzoeken ingediend. Op een van de verzoeken kwam een ontvangstbevestiging en vervolgens een eindeloze stilte die na klachten en bezwaren nog voortduurde. Uiteindelijk is er wat binnengekomen, maar dan begint pas de echte procedure.
Sommige mensen krijgen nooit antwoord en in andere gevallen wordt er gedreigd met een advocaat. In het laatste geval diende een getrouwe partner van de overheid uit het maatschappelijk middenveld een Wob-verzoek in bij diverse politiekorpsen en justitie. Nog nooit werd er zo snel gereageerd. Binnen enkele dagen werd de instelling gebeld. “Wat ze van plan waren?” Er werd zelfs gedreigd om ook Wob-verzoeken naar die instantie te gaan sturen.
Er zijn al verschillende websites over de Wet Openbaarheid van Bestuur, maar die zijn vooral gericht op journalisten en professionals. Buro Jansen & Janssen wil een laagdrempelige website maken door verschillende van haar eigen procedures op internet te zetten. Alle communicatie, het eerste informatieverzoek, de bezwaardocumenten, de beslissing; alles komt op deze site te staan. Ook de verkregen stukken natuurlijk, want bij openbaarheid is het daarom te doen, alsmede de adressen van instanties waar Jansen & Janssen regelmatig een verzoek naar toestuurt. Bezoekers kunnen aan de website een bijdrage leveren door zelf stukken over andere onderwerpen toe te voegen.
Het doel van de website is om te laten zien aan de overheid wat daadwerkelijke openbaarheid is. ‘Openbaarheid tenzij’ zegt de wet. Bij de Nederlandse overheid is het meestal ‘niet openbaar tenzij’. Als burger moet je moeite doen, terwijl de overheid toch ten dienste van ons zou moeten staan. De rollen zijn omgekeerd, een vreemde gang van zaken. We hebben het hier vooral over openbaarheid van politiediensten, ministeries, gemeenten en andere bestuursorganen, en zijdelings over openbaarheid van de inlichtingendiensten.
Alle informatie op deze website waaronder ook onze argumenten om bepaalde stukken openbaar te krijgen, kunnen vrij worden gebruikt.
Buro Jansen & Janssen