Maandag 31 december 2007 vond een lawaaidemonstratie plaats bij verschillende gevangenissen in Nederland waar ook vluchtelingen worden opgesloten. Bij een lawaaidemonstratie worden gevangen vluchtelingen met veel lawaai en met leuzen een hart onder de riem gestoken. De demonstratie was een protest tegen het repressieve vluchtelingenbeleid in Nederland en bedoeld als steun aan de gevangenen. Op de lijst met gevangenissen stonden Zaandam, Schiphol, Nieuwersluis en de Bijlmerbajes. Het idee was om bij elke locatie een half uur lawaai te maken en vuurwerk af te steken.
Bij de Zaanse gevangenisboten voor vluchtelingen vond de eerste lawaaidemonstratie plaats. Omdat het hek rond het terrein open stond, konden de actievoerders dichter bij de boten komen om hun oud en nieuw groet aan de gevangen vluchtelingen mee delen. Ook werd er vuurwerk afgestoken. Zonder Na een half uur keerden de demonstranten terug naar de bus om hun demonstratieve tocht voort te zetten naar Schiphol.
Als de bus wil vertrekken wordt deze geblokkeerd door een politieauto. De chauffeur moet zijn papieren laten zien. Vervolgens kondigt de politie aan dat alle inzittenden hun identiteitspapieren moeten laten zien. De demonstranten weigeren dat en de politie besluit tot aanhouding van alle personen. Als de arrestanten achter slot en grendel zitten blijkt dat zij zijn aangehouden op grond van de beschuldiging van openlijke geweldpleging in vereniging (artikel 141 wetboek van strafrecht) en vernieling (artikel 350 wetboek van strafrecht). Na drie dagen komen de arrestanten vrij en na bijna een jaar gaat het openbaar ministerie pas over tot vervolging.
Wat is er nu gebeurd op het detentieplatform in Zaandam. De arrestanten hebben allemaal een verhaal opgesteld om een klacht tegen hun arrestatie in te dienen bij de regiopolitie Zaanstreek Waterland. De kranten zijn 2 januari 2008 duidelijk over de gebeurtenissen. De Metro schrijft: “Volgens de politie hadden de demonstranten de hekken om het terrein omver getrokken en vuurwerk gegooid naar het personeel. De politie was met zes eenheden ter plaatse.” En het Noordhollands Dagblad schrijft: “Bij het detentieplatform aan de Rijshoutweg in Zaandam bleef het kennelijk niet bij hartverwarmend zwaaien. Volgens de politie trokken de demonstranten hekken omver en betraden ze het terrein. Ze gooiden vuurwerk naar het gevangenispersoneel.”
De politie schrijft in een persbericht op 1 januari 2008 dat: “de politie 28 mensen die demonstreerden bij het detentieplatform aan de Rijshoutweg heeft aangehouden voor vernieling en openlijke geweldpleging. De demonstranten trokken de hekken die om het terrein staan omver en betraden het terrein. Zij staken daar vuurwerk af en gooiden dit naar het personeel van het detentieplatform. Toen het afdelingshoofd de demonstranten vorderde te vertrekken, liepen deze weer terug naar de touringcar waarmee zij waren gekomen.”
Wat is er nu precies gebeurd. Buro Jansen & Janssen heeft besloten alle stukken van de politie over deze demonstratie op te vragen. Daartoe is een wobverzoek aan de korpschef gericht. De korpschef antwoordt dat hij vindt dat alle gegevens die in de stukken voorkomen persoonsgegevens zijn, zelfs het briefhoofd, een scheidingslijn tussen de mutaties of het standaard formulier van een proces verbaal. Daarnaast is de korpsbeheerder van mening dat het bij de arrestatie niet gaat om een bestuurlijke aangelegenheid in de zin van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Let wel de Korpsbeheerder beweert dat het verrichten van een arrestatie, gewoon politiewerk, geen bestuurlijke aangelegenheid is. De politie is echter een bestuursorgaan en haar activiteiten zijn als zodanig een bestuurlijke aangelegenheid waar de Wob op betrekking heeft. De Korpsbeheerder zegt dus eigenlijk met zoveel woorden dat de politie Zaanstreek Waterland geen bestuursorgaan is.
Uit de brief van de korpsbeheerder Zaanstreek Waterland:
“Primair, omdat ik van mening ben dat de door u gevraagde informatie vrijwel geheel bestaan uit gegevens die direct dan wel indirect herleidbaar zijn tot natuurlijke of rechtspersonen en die in het kader van de uitoefening van de politietaak worden verwerkt in de zin van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a, van de WPG (Wet politiegegevens red.). U behoort niet tot een van de categorieën van personen aan wie op grond van deze wet informatie mag worden verstrekt en u heeft derhalve geen recht op afschriften van deze gegevens. Subsidiair, omdat ik van mening ben dat de desbetreffende informatie niet kan worden aangemerkt als een bestuurlijke aangelegenheid in de zin van de Wob en dat de Wob niet van toepassing is op deze gegevens. Deze mutatiegegevens betreffen casuistische gegevens die allemaal betrekking hebben op de uitvoering van de politietaak in de zin van artikel 2 van de Politiewet. Deze gegevens hebben verder niets to maken met (het voorbereiden of uitvoeren van) beleid en kunnen dan ook niet als bestuurlijke aangelegenheid in de zin van de Wob worden aangemerkt.”
Tegen dit besluit is bezwaar aangetekend.